Paddenstoelenpastei met een smeuïge aardappelpuree

Vandaag staat er een heerlijke ovenschotel op het menu. Een pastei is een ragout met een 'dakje.' Dit kan een dakje zijn van bladerdeeg of van een puree. De ragout maken we met verschillende soorten paddenstoelen. Je kunt voor de pastei één grote ovenschaal gebruiken of per persoon een eigen schaaltje.

Bereiding (40 min)

1. Verwarm de oven voor op 200 ºC. Bereid de bouillon.
2. Breng een pan met water en een snuf zout aan de kook. Was of schil de aardappels en kook in 20 minuten gaar. Giet het water af, maar bewaar een beetje kookvocht. Stamp een puree met het kookvocht en 1/3 van de roomkaas. Maak op smaak met peper en zout.
3. Snijd intussen de prei in de lengte doormidden, spoel onder de kraan en snijd klein. Veeg de paddenstoelen schoon en snijd of scheur klein. Verhit olie in een bakpan en bak de paddenstoelen en prei 5-7 minuten op een middelhoog vuur.
4. Smelt de roomboter in een ruime kookpan en roer het meel erdoor. Zo krijg je een roux. Laat het op een zacht vuur gaar worden. Het is gaar als de roux een beetje zanderig aanvoelt. Voeg nu met een garde de bouillon toe en breng al roerend aan de kook. Je krijgt dan een dikke, romige saus. Roer de rest van de roomkaas en groenten door de saus, voeg eventueel extra water toe. Proef en breng op smaak met zout en peper.
5. Doe de paddenstoelenragout in een ovenschaal en verdeel de aardappelpuree erover. Plaats nog 10 minuten in de voorverwarmde oven en zet eventueel de laatste minuut de ovengrillstand aan.