Tartaar met rösti en gekaramelliseerde witlof

Rösti is een aardappel gerecht dat oorspronkelijk uit Zwitserland komt. Daar wordt het voornamelijk in het Duitstalige gebied gegeten. Rösti bestaat altijd uit geraspte aardappel, waaraan je vervolgens andere ingrediënten kunt toevoegen zoals spek, ui, appel of kruiden. Vroeger aten de Zwitserse boeren de rösti als ontbijt. Wij eten de rösti vandaag met tartaar en gekaramelliseerde witlof.

Bereiding (35 min)

1. Schil de aardappels en rasp grof (eventueel in de keukenmachine). Doe de aardappelrasp in een theedoek en knijp het vocht eruit. Breng op smaak met Italiaanse kruiden, zout en peper.
2. Verhit olie in een bakpan en doe de aardappelrasp in de pan, druk het geheel goed aan. Zet het vuur niet te hoog en laat afgedekt 10 minuten garen. Draai de rösti om met behulp van een bord of een platte deksel en bak ng eens 5-10 minuten zonder deksel. Zorg dat de rösti goudbruin wordt, maar niet verbrandt.
3. Pel de ui en snijd in halve ringen. Was de witlof, snijd in vieren en verwijder de harde kern. Haal de blaadjes salie van de takjes en snijd fijn.
4. Verhit olie in een bakpan en bak de witlof en ui goudbruin. Meng de salie erdoor en breng op smaak met zout en peper. Doe de honing en balsamico azijn erbij en laat de ui en witlof karamelliseren.
5. Verhit olie in een kleine bakpan en bak de tartaartjes 2-3 minuten per kant (Heb je niet zoveel bakpannen? Gebruik dan een braadpan of de bakpan van de gebakken rösti, houd de rösti even warm onder een bord).
6. Seveer de rösti met de tartaar en gekarameliseerde witlof en ui.