Raapstelenstamppot met pastinaak en slavink

Vandaag staat er een frisse lentestamppot op het menu met raapstelen en radijsjes. Radijsjes hebben een positief effect op de gezondheid. De Romeinen aten deze groente al om de werking van de lever en galblaas te stimuleren, wat weer goed is voor een gezonde darmflora. Radijsjes bevatten weinig calorieën, maar ze zijn wel rijk aan vitamine C en ijzer. Wist je dat vitamine C de opname van ijzer verbetert? Daarnaast kun je het loof van biologische radijsjes prima eten.

1. Breng een pan met water aan de kook voor de pastinaak. Was of schil de pastinaak, snijd klein en kook in 15-20 minuten gaar. Giet daarna het water af en vang wat kookvocht op.
2. Pel intussen de ui en snijd in halve ringen. Verhit olie in een bakpan en bak op een middelhoog vuur de slavinken rondom bruin. Voeg de uienringen toe en schep alles regelmatig om. Blus af met een scheutje water, temper het vuur en laat afgedekt circa 10 minuten garen.
3. Was de raapstelen, verwijder de worteltjes en snijd klein (circa 2 cm). Snijd de radijsjes los van het blad. Was en snijd vervolgens in plakjes of in kwarten. Verwarm de radijsjes op het laatst mee met de rundervinken (of schep ze rauw door de stamppot).
4. Stamp de pastinaak met een beetje kookvocht tot een smeuïge puree en schep de raapstelen erdoor. Zet afgedekt 2 minuten opzij zodat de raapstelen slinken. Schep dan de radijsjes door de stamppot. Proef en breng op smaak met olijfolie, zout en peper.
5. Serveer de pastinaak-raapstelen stamppot met de slavinken en gebakken ui ernaast.