Plaattaart met sjalotten, aubergine en feta en een kruidensalade

Koen en Bernadette van de Klispoel in Ubbergen telen de waterkers voor ons. Deze supergezonde bladgroente groeit in water. Meestal wordt waterkers als salade gegeten, met een eenvoudige vinaigrette. De smaak is radijsachtig; pittig en kruidig en enigszins afhankelijk van het seizoen. In het najaar en de winter is de smaak wat sterker dan in het voorjaar.

1. Verwarm de oven voor op 220 ºC. Rol het bladerdeeg uit op een bakplaat en bak het deeg alvast 5-10 minuten onderin de hete oven. Als het deeg lichtbruin kleurt haal je het weer uit de oven.
2. Pel de sjalotten en snijd in partjes. Verwarm olie of boter in een bakpan en bak de sjalotten glazig en zoet op een middelhoog vuur gedurende 10 minuten. Hak de Italiaanse kruiden fijn en voeg de helft toe aan de pan met sjalotten.
3. Was de aubergines en snijd in dunne plakken. Verhit olie in een bakpan of grillpan en bak of gril de aubergines goudbruin.
4. Verdeel de sjalotten en aubergine over de taartbodem. Verkruimel de feta erover en bak nog 10-15 minuten in de oven.
5. Was de waterkers en snijd klein. Hussel de overgebleven Italiaanse kruiden erdoor en besprenkel met olijfolie extra vierge, balsamicoazijn, zout en peper. Serveer de plaattaart met de kruidensalade erbij.