Oosterse pindasoep met rijst en ei wortel en taugé

Deze pindasoep is een uitvinding die geliefd is bij iedereen. De zachte, subtiele smaak, afgerond met lekkere toppings naar keuze, maken deze soep een allemansvriend. En makkelijk op tafel gezet.

1. Breng een pan met water en een snuf zout aan de kook. Spoel de rijst in een zeef onder de kraan en kook afgedekt in 10-12 minuten gaar. Schil de kurkuma en rasp boven de pan (let op kurkuma geeft erg af aan je handen). Giet het water af en houd warm.
2. Pel en snipper de ui en rasp de gember. Was of schil de wortels en snijd klein. Bereid de bouillon. Verhit olie in een soeppan en fruit de ui en gember 2 minuten. Voeg dan de wortels toe en bak 2 minuten mee. Schenk de bouillon erbij en breng aan de kook. Temper het vuur en laat 15 minuten zachtjes koken.
3. Was intussen de bosui en snijd in dunne ringetjes. Breng een klein pan met water aan de kook en kook de eieren in 8 minuten hard. Was de taugé in een zeef onder de kraan en schenk het kokende water erover als je de eieren koud afspoelt. Spoel de taugé direct af onder de koude kraan zodat het gaar proces stopt.
4. Voeg de pindakaas, sambal en ketjap toe aan de soeppan en pureer met een staafmixer tot een gladde soep (schep eventueel wat wortel eruit voor garnering).
5. Serveer de soep met de bosui, taugé, rijst en eieren erop.