Kastanje-paddestoelensoep met knolselderij

Wat deze soep zo bijzonder maakt zijn de tamme kastanjes. Tamme kastanjes zijn herkenbaar aan het puntje aan de bovenkant en zijn eetbaar (in tegenstelling tot de ronde, wilde kastanjes). Op de een of andere manier eten we niet zo vaak kastanjes en zien we het meer als een luxe-product. Dat is jammer, want ze zijn heel voedzaam en barsten van de vitamines. Het voordeel van voorgekookte kastanjes is dat je ze niet hoeft te pellen. Daarnaast kun je ze lekker snel bereiden.

1. Pel en snipper de ui. Snijd de knolselderij in plakken. Schil de plakken en snijd in kleine blokjes. Snijd de voorgekookte kastanjes klein. Veeg de kastanjechampignons schoon en snijd in plakjes. Bereid de bouillon.
2. Verwarm olie (of boter als je dat lekkerder vindt) in een ruime soeppan en fruit de ui 2 minuten op een middelhoog vuur. Voeg de kastanjechampignons toe en bak al omscheppend 3 minuten mee (bewaar een paar mooie plakjes voor de garnering).
3. Doe de knolselderij en kastanjes erbij en schep alles goed om. Schenk de bouillon in de pan en breng aan de kook. Laat de soep afgedekt 20-25 minuten zachtjes koken. Check met een vork of de knolselderij gaar is en schep wat knolselderijblokjes uit de soep. Pureer de rest van de soep met een staafmixer. Proef en breng eventueel verder op smaak met zout en peper. Voeg desgewenst extra water toe als je de soep te stevig vindt.
4. Verhit olie (of boter) in een bakpan en bak de rest van de kastanjechampignons al omscheppend 3-4 minuten totdat ze goudbruin kleuren. Breng op smaak met versgemalen peper en zout.
5. Schep de soep in mooie borden of kommen. Klop de crème fraîche los met een beetje water, zout en peper en druppel dit over de soep. Garneer de soep met de knolselderijblokjes en gebakken kastanjechampignons.