Gebakken koolvis met ananassalie-botersaus geroosterde krieltjes en venkel

Heb je wel eens gehoord van ananassalie? Dit plantje, wat oorspronkelijk uit Midden Amerika komt, ruikt en proeft ook echt naar ananas. De felrode bloemen die uit de plant komen kun je ook eten en zijn nog zoeter dan het blad. Heb je na het koken van dit gerecht wat over? Maak er thee van, gebruik het in salades of in een dessert!

Bereiding (40 min)

1. Verwarm de oven voor op 200 °C. Zorg dat de oven goed heet is en bekleed een bakplaat met bakpapier.
2. Veeg de krieltjes schoon en snijd doormidden of in kwarten. Was de venkel en snijd in dunne plakken of in partjes. Meng de krieltjes en venkel in een kom met olijfolie, tijm, zout en peper. Verdeel over de bakplaat en bak in ongeveer 30-35 minuten gaar in de oven. Bak de laatste 15 minuten de tomaatjes mee.
3. Verhit olie in een bakpan en bak de koolvis op een hoog vuur aan. Temper het vuur en bak nog enkele minuten en breng op smaak met zout en peper. Schep uit de pan en houd warm.
4. Pel en snipper de sjalot. Smelt de boter in dezelfde bakpan en bak de sjalot in 2 minuten glazig. Doe de helft van de fijngehakte ananassalie erbij en roer goed door. Breng op smaak met citroensap, zout en peper.
5. Serveer de gebakken koolvis met de ananassalie-botersaus en de gebakken groenten en krieltjes. Garneer met overgebleven ananassalie.